Genesis 48:9

SVEn Jozef zeide tot zijn vader: Zij zijn mijn zonen, die mij God hier gegeven heeft. En hij zeide: Breng hen toch tot mij, dat ik hen zegene!
WLCוַיֹּ֤אמֶר יֹוסֵף֙ אֶל־אָבִ֔יו בָּנַ֣י הֵ֔ם אֲשֶׁר־נָֽתַן־לִ֥י אֱלֹהִ֖ים בָּזֶ֑ה וַיֹּאמַ֕ר קָֽחֶם־נָ֥א אֵלַ֖י וַאֲבָרֲכֵֽם׃
Trans.wayyō’mer ywōsēf ’el-’āḇîw bānay hēm ’ăšer-nāṯan-lî ’ĕlōhîm bāzeh wayyō’mar qāḥem-nā’ ’ēlay wa’ăḇārăḵēm:

Algemeen

Zie ook: Jozef (zn v. Jakob)

Aantekeningen

En Jozef zeide tot zijn vader: Zij zijn mijn zonen, die mij God hier gegeven heeft. En hij zeide: Breng hen toch tot mij, dat ik hen zegene!


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

zeide

יוֹסֵף֙

En Jozef

אֶל־

tot

אָבִ֔יו

zijn vader

בָּנַ֣י

zijn mijn zonen

הֵ֔ם

Zij

אֲשֶׁר־

die

נָֽתַן־

gegeven heeft

לִ֥י

-

אֱלֹהִ֖ים

mij God

בָּ

-

זֶ֑ה

hier

וַ

-

יֹּאמַ֕ר

En hij zeide

קָֽחֶם־

Breng hen

נָ֥א

toch

אֵלַ֖י

tot

וַ

-

אֲבָרֲכֵֽם

mij, dat ik hen zegene


En Jozef zeide tot zijn vader: Zij zijn mijn zonen, die mij God hier gegeven heeft. En hij zeide: Breng hen toch tot mij, dat ik hen zegene!

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!